26 februari 2007

Gedeelde verantwoordelijk - gedeeldelijke aansprakelijkheid

Hieronder een tekst van Johan Malcorps, verantwoordelijke voor de politieke cel van GROEN!
Van 1999 tot 2004 heb ik met Johan perfect kunnen samenwerken. Zo lag hij mee aan de basis toen de groenen in de Vlaamse regering de minister van Leefmilieu hadden om het licht op groen te zetten voor de saneringen van de vervuilde terrreinen met asbestdraailingen. Gezien we in 2003 niet meer in het fedeale parlement vertegenwoordigd waren bleef hij het dossier ivm oprichting asbestfonds volgen in samenwerking met de parlementairen van Ecolo.

Graag wil ik dan ook plaats maken voor de principiële stellingname wat ethisch moet gebeuren voor de asbestslachtoffers en hun nabestaanden.


Hierbij een principiële stellingname op basis van de acties die ik al enkel jaren voer rond asbestslachtoffers. Werknemers die ziek zijn geworden door hun beroepsactiviteiten en dus mede door toedoen van de werkgever, hebben recht op een vergoeding voor het loon dat ze moeten derven omwille van hun ziekte (of arbeidsongeschiktheid in het geval van een ongeval). Het lijkt me niet meer dan rechtvaardig dat deze vergoeding overeen stemt met het loon dat ze effectief moeten missen. Want het is niet hun schuld dat ze niet meer kunnen werken en ze dit loon dus niet meer kunnen trekken. Het feit dat de schadeloosstelling niet overeenstemt met het loon dat men moet missen, is dus inderdaad niet eerlijk. Temeer daar in de Belgische wetgeving het principe van immuniteit is ingebouwd : als de werknemer de schadeloosstelling aanvaardt, kan hij de werkgever niet verder aansprakelijk stellen, ook als de werkgever in de feiten in gebreke gebleven is en mee schuld heeft aan de beroepsziekte. De werknemer kan dus niet voor de rechter verdere vergoedingen afdwingen. Los van de vraag naar een rechtmatige vergoeding van het gederfde arbeidsinkomen, is er ook nog de vraag naar een morele schadeloosstelling door de werkgever, maar ook door de overheid in het geval van beroepsziekten waar werkgevers én overheid door nalatigheid objectief mee verantwoordlijkheid dragen. In het geval van asbest is dit duidelijk : men wist al jaren dat asbest bijzonder schadelijk was vor de gezondheid, maar toch heeft men mensen verder blootgesteld aan asbest, toch heeft men de wetgeving niet tijdig verstrengd. Los van de vraag naar de vergoeding van gederfd loon, staat de vraag naar een soort van smartegeld, een morele vergoeding voor het feit dat mensen hun leven verwoest werd, dat de gezondheid geknakt is of dat men veel te vroeg overlijdt en zoveel geliefden voortijdig moet achterlaten. Om die reden pleitte Groen! altijd voor een paart Asbestfonds om ook deze morele vergoeding uit te betalen. Samen met de Vereniging voor Asbestslachtoffers hebben we overigens zware kritiek op de wijze waarop de regering Verhofstadt dit Asbestfonds nu invulde ( www.groen.be/pers - persconferentie 5 december 2006). Ik meen dan ook dat de ABVV-acties volledig gerechtvaardigd zijn.

Johan Malcorps politieke cel Groen!

21 februari 2007

Naar Watou 16-17-18 februari 2007

Watou in de winter. Het leven is er stil, in tegenstelling met de gezellige drukte die de poëziezomer in Watou telkens weer in petto heeft. Het was jaren een traditie om er samen met vrienden een daguitstap van te maken. Woord en beeld werden in elkaar verstrengeld en geënt op een bepaalde locatie.
Voor de editie van 1998 werd de medewerking van het S.MA.K. gevraagd. Niet dat alles te 'SMAKen' viel, want bij bepaalde installaties werd er, naar mijn mening, met 'de Hoed van Jan ' naar gegooid. Maar één man is me toen bijzonder bijgebleven: Anton Korteweg.

Anton Korteweg, een Nederlandse dichter,verleidde mij onmiddellijk zijn poëziebundel te kopen. Het leek wel of ik zelf aan het woord was toen ik op de flap las: "Ik ben een gelukkig man: ik heb één vrouw en twee fietsen". Ik voegde er voor mezelf nog aan toe: ....en vier kinderen"

In een oude kippenstal stond een kunstwerk, 'Duikelaar' genoemd, dat alle momenten kon vallen, maar een mekaniekje bracht het steeds in evenwicht. Bovendien herhaalde een bandje voortdurend het bijzonder korte gedicht (een Korteweg dus) zodat je na een kwartier verblijf in de stal het gedicht van buiten kende.

DUIKELAAR

Al lijk ik er wat wankel bij te staan,
vergis je niet: ik heb een fundament
diep in mezelf. Ik richt me altijd op.
Ik ben door niets, door niemand neer te slaan

Anton Korteweg
uit "In handen"
Amsterdam, Meulenhof 1997


Ik heb het gedicht dikwijls geciteerd, vooral als ik onderweg was als animator ter ondersteuning van groepswerkingen van Groen! (lees toen nog Agalev) in Vlaams-Brabant. Ik bezocht er het hele scala van groepen, die met een waakvlamprogramma tot deze met een steekvlamprogramma. Het gedicht werkte echt om medewerkers te enthousiasmeren.

Het nu bij mezelf toepassen, na mijn verdict asbestkanker te hebben, is niet zo vanzelfsprekend. Het leven is nu overleven geworden, en toch probeer ik dit gedicht dagelijks op te zeggen teneinde er kracht in te vinden. Het is mijn adagio geworden om de dag mee te beginnen. Maar de duikelaar wankelt en probeert overeind te kruipen met de hulp van vrouw, kinderen en kleinkinderen. Kleinkinderen van vier jaar en acht maanden, voor wie er niets is veranderd gezien zij de kracht hebben in het hier en u te leven.
Ik vraag me af hoe mijn lotgenoten Jos Boschmans en Walter Huysmans waar ik soms contact mee heb het dagelijks overleven.
Een hele proloog ter inleiding op ons familieweekend in Watou!

Saartje had het initiatief genomen om met zijn allen samen te zijn. Wij, dat zijn onze vier kinderen: Eef & Rudy met hun twee kinderen: Fleur en Frie, Sara en haar vriendin Marjon, Bert, onze zoon, en Karolien, de jongste van ons klavertje vier.
Met tien aan tafel in een gezellig huisje aan de 'schreve' in Abeele, net voorbij Watou.
www.denbogaarde.be


De eerste avond dat is lekkere pompoensoep uit onze tuin en huisgemaakte spaghetti eten en gezellig rond de houtkachel zitten en het vuur zien branden. Saartje heeft een boek voor mij gekocht: "De omweg naar Santiago" van Cees Nooteboom. Ieder van de kinderen weet dat Santiago de Compostela een steeds uitgestelde droom is geweest om dit traject fietsend af te leggen. Alleen God weet waarom ik steeds uitstelde zijn pelgrim te zijn.
We hebben bij leven en welzijn een alternatief uitgewerkt voor de maand mei. Meer details volgen later nog.

Voor zaterdag kiezen we voor een wandeling langs de Kemmelberg. Een puist van 156 m, midden het parcours van Gent-Wevelgem, waar renners terecht vloeken als de kasseien er spekglad bij liggen.
Vandaag straalt de zon alsof het reeds lente is. Voor het eerst voel ik pijn in mijn zij. We beslissen om met de auto naar boven te rijden en de wandeling te beperken tot een afdaling. In het dorp spannen we af in een café "Het labyrint". dat vol staat met volksspelen, Mariabeelden huishoudapparaten en oude fietsplaten. Fietsplaten? Dat vraagt en woordje uitleg. Om te mogen fietsen moest je vroeger nog een taks betalen. De tijden zijn wel grondig veranderd, nu men je zelfs wil betalen om toch maar de fiets te nemen (en het hoeft niet altijd tot Kyoto te zijn!) Buiten proberen we nog even het doolhof, maar het is een echt labyrint, want niemand van ons kan de boom in het midden aantikken.
www.hetlabyrint.be


We maken, voor de rest van dag, nog een rondrit door de dorpen van het Heuvelland.
Even de grens over voor de Zwarte berg, waar het zwart van het volk is voor het pannenkoeken- en wafeltoerisme.

Met weemoed denk ik terug aan twee jaar terug, toen ik samen met mijn zoon Bert en nog enkele fietsvrienden, van thuis vertrokken naar Westouter. Boven op de heuvels wachten ik en mijn zoon op de achterblijvers om samen onze tocht verder te zetten. Ook nu rijden wielertoeristen en wielerterroristen de heuvels op en af in outfitjes die lijken op die van Zulte-Waregem.

Zondag maken we de keuze Ieper te bezoeken, want ook wij hebben nog enkele suggesties voor een beter bestuur voor Yves Leterme. Maar geen Leterme te zien in deze kattestad. In avondnieuws kom ik te weten dat Yves op dat moment op de tribunes zat in Aalst voor het carnaval. Een confettifeest dat me nooit veel gezegd heeft. Maar goed ieder diertje zijn pleziertje.
We beslissen het "In Flanders fields-museum" te bezoeken. Een oorlogsmuseum met een vredesboodschap. Je voelt er de gruwel, de ellende, de angst en de hoop van de grote oorlog die op een paar meters werd uitgevochten. We lopen nog even langs de Menenpoort. Het is voor mij altijd een obligaat nummer en mijn last post om een bezoek aan Ieper mee af te sluiten. Duizenden namen van jonge mensen staan gebeiteld in de stenen opdat we ze nooit zouden vergeten. Verrassend de vele namen uit alle landen van de Britse kolonies die gevochten hebben voor de vrede en ons 'Gemenebest'.

We nemen afscheid van elkaar. Waar dit vroeger de doodsgewone zaak was wil je nu minutenlang knuffelen en niet loslaten . Ik bedwing mijn tranen voor mijn geliefden in Flanders Fields ...

05 februari 2007

“Roserné” te Orchimont of “La chaleur de vivre”




DAG 1 - 31 januari 2007



We hadden het al begin december afgesproken. We moesten en zouden samen naar de Ardennen gaan in het huisje van Roos en René. Een huis dat Roos en René 12 jaar geleden bouwden in Orchimont, een deelgemeente van Vresse sur Semois. Het kreeg dan ook als doopnaam “Roserné “ Het huis, dat hoog op een bijna onberijdbare helling staat, heeft een prachtig uitzicht op de vallei en het oude dorpje. Een huis van gastvrijheid met als bedoeling te genieten van de schoonheid van de natuur en die vreugde te delen met hun kinderen, familie, vrienden en kennissen voor een vriendenprijsje. Geen boekingskantoor om er maximaal financieel rendement uit te halen. In het huis ligt dan ook een dagboek waar Roos en René bijzonder veel aandacht aan schenken. Ze zijn al aan een derde gastenboek bezig, waarin “de Rosernisten” hun ervaringen delen.

De mannen vertrekken woensdagmorgen op voorwacht zodat we onze echtgenotes in een warm huis kunnen onthalen. Het doel heiligt de middelen. We maken van onze heenreis een toeristische rondrit en verlaten al vlug de autosnelweg. Eerste halte is Dinant. In een ver verleden één van de obligate schoolreizen in onze kindertijd. “All you need is lef” en we nemen eendrachtig allemaal een blonde lef van het vat.
Via Beauraing, een bekende bedevaartplaats gaat het richting Gedinnne, Biévre naar Bellefontaine.










Deze naam hoeft geen uitleg. René vult aan de bron enkele bidons van dit heerlijk mineraalarm water. Thuis drinken we niets anders, stelt René. Het is wijn of water. In het leven komt er het inderdaad op aan de juiste keuzes te maken: het is water of wijn, ook al stelt iedereen dat je af en toe wat water bij de wijn moet doen.

We komen aan in het huis en brengen alles in gereedheid. Kachel aansteken, want de temperatuur is er slechts 5° C. In de namiddag doen we nog enkele “Point de vues' aan van de meanderende Semois. Herbergen inbegrepen.

Thuisgekomen is de temperatuur al flink opgelopen tot een warme 25° C. Frans zorgt ondertussen voor een heerlijke spaghettimaaltijd. We willen ons nog vergasten op een aperitiefje, maar de dames komen vroeger dan verwacht aan. Ondanks het vertrekuur van 17.00 uur hebben ze nauwelijks fileleed geleden.
In groep eten en op verplaatsing maakt het altijd een stukje heerlijker. Even de dag van morgen plannen! Als de stafkaarten zijn opgeborgen, leggen we de kaarten op tafel voor een partijtje kleurenwiezen. In naam van de Roos moeten de drie mannen het afleggen. Gelukkig is er morgen nog een dag voor de revanche. Hilde en Annemie zijn boekenwurmen en laten het getier en gevloek aan hun voorbij gaan.

DAG 2 – 1 februari 2007

De nevel trekt langzaam op. René is een ochtendmens en dekt de tafel.
Wij hebben weer eens het geluk gewoon aan te schuiven. Merkwaardig is dat na een tweede zit iedereen zijn of haar vaste plaats aan tafel heeft gevonden.Voor de rest van ons verblijf zal die als een ongeschreven wet blijven gelden.

Vandaag maken we een grote wandeling langs de Semois. De tocht gaat van Membre naar Laforet om terug te keren langs de andere kant van de Semois. Een steile helling pakt voor het eerst in mijn leven op mijn adem. Ik die bekend stond als de man van de lange adem, zowel letterlijk als figuurlijk, moet nu naar adem snakken bij de minste helling. Met Zwiterse stapjes en aangepast tempo geraak ik boven. Eens vlak is er geen enkel probleem om de tred van het gezelschap te volgen. Langs de oevers staan nog de stalletjes waar eens de Tabak de Semois gedroogd werd. Dit archeologisch erfgoed doet nu dienst als houtdroogplaats. In mijn hoofd denk ik terug aan de bivakken met de chiro langs de oevers van de Semois. Een vogelvluchttocht naar Bouillon waar we drie keer door het water van de Semois worstelden. Themadagen met ridders van de ronde tafel onder de leuze: “Noblesse Oblige”.

Ondanks de weemoed voel ik me bijzonder goed. Ik word op sleeptouw genomen door mijn vrienden. In de vooravond rijden we nog langs bij Willy in Nafraiture. Een Vlaming die 30 jaar geleden Vlaanderen verliet voor wat het was om in alle rust en zelfstandig zijn ding te doen. La Chiquetterie is een kruidenwinkel met originele artisanale bereidingen geoogst in hun eigen wilde tuin. Het is eveneens een taverne waar men in een gezellig kader een glas kan drinken en een lekker hapje kan eten. Meer weten
http://www.lachiquetterie.be/

Willy komt een uurtje bij ons zitten. René had hem op de hoogte gebracht van mijn ziekte. Bekommerd komt hij naast me zitten. Hij zweert bij Macrobiotiek als uitweg. We luisteren geboeid naar zijn verhalen. Je krijgt adviezen langs alle kanten, die je heen en weer slingeren. Toch wil je de hoop op genezing altijd open houden.

In deze periode zijn er weinig of geen restaurants open. We laten ons dan maar afzakken in een kitscherig restaurant van hardwerkende Oost-Vlamingen. Het verbaasd me hoeveel Vlamingen en vooral West-Vlamingen hier in deze streek in de horeca actief zijn. De bediening en het eten zijn er lekker. Vanavond finale van De Slimste Mens en dit willlen we zeker niet missen. Gezien er geen TV is bij Roserné kijken we naar de finale in het restaurant. Marc Reynnebeau moet het, ondanks alles, afleggen tegen Steven Van Herrewegen. Het bewijst dat het ook maar een spel is, dat moet gespeeld worden om de winnaar te kennen. Annemie heeft juist gegokt en krijgt de volledige inzet.
Wij sluiten de avond met kleurenwiezen en jawel hoor , ook hier moet het spel gespeeld worden en is het weer eens Roos die de mannen van tafel speelt.


DAG 3 – 2 februari 2007

Vandaag Lichtmis: “Er is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneken warm”
Maar vandaag is de plaatselijke warme bakker open. Vers brood en croissants liggen op ons te wachten. Als afsluiter maken we nog een wandeling in Orchimont door de bossen. Bisons vervangen de koeien in de hoog gelegen weiden.
Concrete afspraken voor de opruim en de terugreis. “Partir c’est mourir un peu».
Ik dank Roos, René, mijn zus Hilde en Frans voor deze hartverwarmende dagen.
In mijn hoofd hebben 'Les Monts' het drie dagen gehaald op 'Les vallées'.
Goede afspraken maken goede vrienden en we spreken af de komende woensdagavond te kleurenwiezen bij me thuis.
We nemen een iets andere terugweg langs de vallei van de Lesse via Daverdisse, om in schoonheid het landschap te verlaten alvorens langs de autostrade huiswaarts te keren.

Thuisgekomen vangt onze zoon Bert ons op. Het verheugt hem bijzonder dat wij even het schoolreisgevoel hebben mogen meemaken. Niet wij, maar de bergen hebben ons 'verzet'. Bij Eef en Rudi heeft de griep toegeslagen. Fleurtje is al aan de beterhand en Frie doet als kleinste altijd mee. We blijven uit veiligheid even uit de buurt. Karolien heeft haar eerste werkdag erop zitten in Antwerpen en moet al direct weg voor haar aggregaatcursus in Gent.
Het weekend belooft zonnig te worden en Saartje komt langs.