04 juni 2007

You can ride my bicycle

You can ride my bicyle
Een impressie van mijn reisgezel Miel Spiessens

Compostela met de fiets: dat stond nog op zijn ttd-lijstje (things to do) voor later als hij met pensioen was. Zo nog eens een echte tour de force, een ganse maand leven op en met zijn grote liefde: de fiets. Door die vermaledijde kanker schiet daar nu met veel goeie wil nog een karikaturale versie van over.

En hier staan we dan een stukje voorbij de col van Roncevalles: klikschoentjes aan, valhelm op, wat bleekjes, wat mager maar o zo gretig... al gaat Willy allleen maar de afdalingen en de beste vlakke stukken doen.
De fiets is met zorg uitgekozen (Willy heeft er in de garage wel een paar hangen): 3 x 7 versnellingen, breed stuur met handige versnellingshandles, brede slicks op de juiste spanning want op een nat wegdek wil hij zich nu niet wagen en daarbij, in Spanje is het immers goed weer.
Van Ann moet hij eerst nog een fluo-vestje aandoen en dat blijkt achteraf erg handig te zijn voor ons om Willy te volgen. We zien dan die felle geel-groene vlek een kilometer verder en 200 meter lager op dat smalle, kronkelende lint langs de helling naar beneden glijden.

Daar gaat hij dan: de vallei ligt links, de rotsen rechts van hem. Kalmpjes aanzetten, mooi midden op de baan, wat snelheid nemen na die eerste flauwe bocht; dan verdwijnt hij rechts achter de rotsen.... Dan verschijnt hij terug op dat dunne lint, nu al heel wat lager. Hij snijdt de volgende bocht aan zonder veel af te remmen. Wat naar buiten vóór de bocht, dan naar binnen komen, weer uitlopen na de bocht: zuiver genomen in één vloeiende beweging, perfect!
Hij is nu weer achter de rotsen verdwenen. We wandelen naar de mobilhome om hem achterna te gaan. Hem inhalen? Vergeet het maar: Willy staat ons helemaal beneden voorbij het dorp op te wachten op het afgesproken kruispunt. Het heeft hem duidelijk deugd gedaan.

Tweede etappe: de afzink naar Pamplona toe langs de boorden van de rio Arga. Dat is een traject van een 15 tal km met een overwegend dalend profiel, dus dat zal wel lukken. Annemie wil mee want het is een rustigere afdaling. Samen langs smalle Santiaagse wegen fietsen door een steeds breder wordende vallei met alle tinten van groen. Maar na een paar kilometer zien ze het landschap opglooien: de weg loopt even verder weg van het riviertje om rond een rotsformatie te kronkelen. Het is geen sterke helling maar ze is lang genoeg om hun snelheid helemaal af te remmen... We staan ze op te wachten aan de kant van de weg als de helling eigenlijk al genomen is. Op zijn kleinste versnelling komt hij naar boven gekropen: het gaat traag,...erg traag. De sterke flandrien van vroeger moet toestaan dat Annemie hem naar boven duwt. Je ziet de pijnlijke verwondering in zijn ogen. Van zodra het een metertje bergop gaat, laat dat monsterlijk ding in zijn borstkas voelen dat er voor wat extra inspanning niets meer overschiet en dat voelt Willy vandaag niet voor de eerste maal maar wel duidelijker dan ooit. Daar wil hij tegen vechten,... tergend traag maalt hij die laatste meters af, komt hij boven; Annemie laat hem los en dan is hij over de top... de zwaartekracht neemt hem alweer op sleeptouw en terwijl hij voorbij de mobilhome bolt kijkt hij ons aan, zonder woorden, ... hij schakelt, duwt de trappers eens rond en laat zich naar beneden zakken voor de rest van de afdaling...

Al van bij de voorbereiding van de reis stond er bij “Alto del Poyo” een grote stip: dat was een perfect stuk voor ons. We hadden tussen de boeren en hun koeien geslapen samen met Jos en zijn ploeg (eigenlijk was er in Hospital niet genoeg plaats voor 2 grote mobilhomes) en nu lag daar een afdaling voor ons klaar van ruim 20 km met nu en dan stukken van meer dan 12%. Willy was er klaar voor: dit kon hij. Hier wou hij zich nog eens één voelen met zijn machine. Die asfalt nog een keer onder hem door zien en voelen flitsen met zijn handen in commando aan het stuur, ook daarvoor was hij naar hier gekomen.
Als een steen liet hij zich omlaag vallen. Deze keer wilden we hem van wat dichterbij volgen en we zaten al klaar in de mobilhome. Na een paar honderd meter en enkele bochtjes waar Willy zelfs niet afremde zaten we al ruim boven de 40km per uur. Laag over het stuur gebogen, bijna in ’t midden van de weg, perfect anticiperend voor elke bocht, op zijn slicks zonder een greintje twijfel de juiste hoek met het wegdek nemend sneed hij met zijn fluo vest door de vallei tegen 50km per uur. En steeds opnieuw: beetje afremmen, buitenkant kiezen, bocht aansnijden, naar binnen komen,weer naar buiten uitwaaien en op de grote molen een paar duwen bijgeven om zich weer op volle snelheid te trekken: een prachtig staaltje fietstechniek...
We reden met de mobilhome meer dan 60 op de rechte stukken maar Willy bleef zonder moeite 2 bochten vóór tot voorbij Biduedo waar er weer zo’n paar stevige rimpels in het relief zaten. We kwamen langszij en Willy vroeg of ik langzaam wou optrekken naar 40 per uur. Hij dook achter het fietsenrek, greep de reservefiets opzij vast en liet zich op sleeptouw nemen voor die 500 meter bergop. De laatste 5km van die etappe hebben we afwisselend aan afdaling en aan stayeren gedaan; Maar het mooiste fietsstukje (en voor Willy misschien wel het speciaalste moment van de hele reis) dat waren die eerste 15 km na ‘El Poyo’

1 opmerking:

Anoniem zei

Ferm gedaan en knap geschreven van de Miel!

Annemie